Sociaal tarief voor elektriciteit en aardgas (sociale maximumprijzen)

Sommige personen en gezinnen hebben recht op een sterk verlaagd tarief voor elektriciteit en aardgas. Die wordt de 'sociale maximumprijs' of het 'sociaal tarief' genoemd. Wie recht heeft op het sociaal tarief, is een 'beschermde klant' of 'beschermde afnemer',

Het sociaal tarief

  • wordt alleen toegekend aan personen die bepaalde uitkeringen of tegemoetkomingen krijgen
  • is in heel België bij alle energieleveranciers hetzelfde. Het heeft dus geen zin om van leverancier te veranderen om het sociaal tarief te kunnen krijgen.

Wie beschermde afnemer is, heeft ook nog recht op andere voordelen en premies voor beschermde afnemers.

Voorwaarden

Om het sociaal tarief te krijgen, moet u of iemand op uw domicilieadres, een bepaalde uitkering of tegemoetkoming krijgen van

  • het OCMW (categorie 1):
    • leefloon
    • financiële maatschappelijke dienstverlening gelijkwaardig aan het leefloon
    • maatschappelijke steun verstrekt door het OCMW die geheel of gedeeltelijk wordt terugbetaald door de federale staat
    • voorschot op een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) of voorschot op een tegemoetkoming voor gehandicapten
       
  • de FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Personen met een Handicap (categorie 2A):
    • tegemoetkoming als persoon met een handicap op basis van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 65%
    • inkomensvervangende tegemoetkoming
    • integratietegemoetkoming
    • tegemoetkoming voor hulp van derden
    • bijkomende kinderbijslag voor kinderen die getroffen zijn door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66%
       
  • de Zorgkas (categorie 2B)
  • de Federale Pensioendienst (categorie 3):
    • inkomensgarantie voor ouderen of IGO (vroeger gewaarborgd inkomen voor bejaarden)
    • tegemoetkoming als persoon met een handicap op basis van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 65% (een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen)
    • tegemoetkoming voor hulp van derden.
       
  • Als u huurder bent van een appartement van een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) met een gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie op aardgas (categorie 4), hebt u ook recht op het sociaal tarief op aardgas.

Meer informatie vindt u in de folder 'Het sociaal tarief voor elektriciteit en/of aardgas' (pdf).

Procedure

Het sociaal tarief wordt automatisch toegekend voor categorie 1, 2 en 3. Hiervoor moet u dus geen attest opsturen naar uw leverancier.

Als huurder van een appartement van een sociale huisvestingsmaatschappij (categorie 4) met een gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie op aardgas, hebt u ook recht op het sociaal tarief. Maar u krijgt het niet automatisch. De beheerder van het appartement moet daarvoor de nodige stappen zetten. Vraag na of hij de nodige stappen heeft gezet en het sociaal tarief aan u doorrekent.

De FOD Economie kent het sociaal tarief toe vanaf de eerste dag van het kwartaal of trimester waarin de beslissing valt dat een persoon behoort tot categorie 1, 2 of 3, en dit telkens tot op het einde van het jaar.

Sinds 15 maart 2019 kan het sociaal tarief retroactief toegekend worden. Dit kan voor maximum 2 jaar (te rekenen vanaf de datum waarop de leverancier de ingangsdatum van de beslissing doorkreeg waarop iemand het recht kreeg) en enkel voor de periode dat de leverancier bij de rechthebbende heeft geleverd.

Kostprijs

Voor aardgas bestaat er 1 sociaal tarief.

Voor elektriciteit bestaan er 3 soorten tarieven:

  • enkelvoudig sociaal tarief (dagteller)
  • tweevoudig sociaal tarief (dag- en nachtteller)
  • sociaal tarief exclusief nacht (alleen nachtteller).

Twee keer per jaar bepaalt en publiceert de CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas) de sociale tarieven voor aardgas en elektriciteit. De tarieven worden elk jaar aangepast op 1 februari en op 1 augustus.

Uitzonderingen

Het sociaal tarief voor elektriciteit en/of aardgas is niet van toepassing voor:

  • tweede verblijfplaatsen (andere adressen dan het domicilieadres)
  • gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen
  • professionele klanten
  • occasionele klanten/tijdelijke aansluitingen.