Huis onderpastoor Laarne

Zo ver als de kadastergegevens teruggaan in de tijd, behoorde de site toe aan de familie Bauwens. Bij zijn overlijden in 1835 werd notaris Casimir Bauwens opgevolgd door zijn schoonbroer Antoine Droesbeke. Die vond dat het oude vervallen huis niet langer paste bij zijn status als notaris, gemeentesecretaris en burgemeester. Hij verkoos het mooie onderpastoorshuis naast het gemeentehuis. Droesbeke kwam tot een akkoord met de burgemeester en de kerkfabriek. Hij kon dat onderpastoorshuis betrekken op voorwaarde dat hij een nieuw onderpastoorshuis bouwde. Dat was klaar in 1849. Het huis bleef tot 2012 bewoond door (onder)pastoors, alhoewel het een jaar eerder al was verkocht door de kerkraad. De nieuwe eigenaars onderwierpen aan een grondige restauratieve verbouwing. De statige gevel is bewaard gebleven en ook het interieur heeft nog een aantal waardevolle elementen zoals de marmeren tegelvloer in de hal, de fraaie neoclassicistische marmeren schouwmantels en een bakstenen trap naar de kelder. Sinds 2004 is het huis beschermd als monument.